
Datum: 7 februari 2024
Auteur: Niesje Stelwagen
Dr. Julia Blum is een Jodin die in Letland opgroeide in een atheïstische omgeving. Nadat zij en haar man door de bestudering van de Bijbel de Here Jezus leerden kennen en Hem gingen belijden als hun Heer en Verlosser, emigreerden zij naar Israël.
De titel van het boek is een verwijzing naar Jesaja 12:3: ‘Dan zult gij met vreugde water scheppen uit de bronnen des heils’. De woorden van de ondertitel ‘majiem chajiem – levend water’ hebben in de Bijbel ook een geestelijke betekenis. Ze verwijzen naar Gods Levende Water dat de dorst van ons hart kan lessen. Julia Blum heeft dit boek geschreven om die geestelijke bronnen weer open te graven en daar ‘levend water’ te vinden.
Het lezen van dit boek was voor mij persoonlijk een grote zegen. Ik vond het zeer verrijkend, verrassend, leerzaam en opbouwend. Bijzonder boeiend zijn de verbindingen tussen het Oude en Nieuwe Testament, want die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Het boek ziet er overzichtelijk uit. Het bestaat uit een woordje uitleg voor de Nederlandse en Vlaamse lezers, een inleiding, twee hoofddelen en een nawoord. De hoofddelen hebben als titel: ‘De verborgen schatten in de Hebreeuwse Schrift’ en ‘Schrift met Schrift vergelijken’. Beide bestaan uit 2 x 50 korte hoofdstukjes. (Minpuntje: een aantal drukfoutjes.)
Zeer verrijkend is de vele achtergrondinformatie waardoor je bepaalde Bijbelgedeelten beter gaat begrijpen, bijvoorbeeld waar het gaat over ‘een man met een kruik’ (Lukas 22:7-13).
Een man die een waterkruik droeg, was ongewoon in die tijd, omdat dit het werk voor vrouwen was. Maar in Jeruzalem woonde ook een Esseense gemeenschap. De meeste Essenen waren celibatair en daarom moesten deze mannen wel waterkruiken dragen. ‘Een man met een kruik’ zal dus een Esseen zijn geweest.
Die dagen was het overvol in Jeruzalem door de vele bezoekers die voor het Pesachfeest waren gekomen. Elk huis had gasten en elke kamer was bezet, maar de Here Jezus maakte Zich kennelijk geen zorgen over een plaats waar Hij met Zijn discipelen het Pesachmaal kon eten. Vol vertrouwen zei Hij daarom tegen Petrus en Johannes dat zij een man met een kruik zouden tegemoetkomen en dat zij deze man moesten volgen naar het huis waar hij zou binnengaan. De Essenen hadden namelijk een andere kalender en daarom waren er in het overvolle Jeruzalem bij hen wel zalen vrij…..
Van harte aanbevolen!
Graag wil ik eindigen met de wens van de schrijfster voor haar lezers:
‘Ik hoop en bid voor je, lieve lezer, dat deze reis je verbaasd zal doen staan
over de diepte en eenheid van de Bijbel’ (blz. 14)